Verbonden door Van Gogh

Joyce Vermue, burgemeester van Zundert, en Joep van de Ven, wethouder in Oirschot, zijn met elkaar verbonden door Van Gogh Nationaal Park. Ze zitten allebei in de regiegroep. Vermue vertegenwoordigt daar de regio West, Van de Ven de negen gemeenten uit het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) en Laarbeek. Wat hen betreft blijft de verbintenis nog lang bestaan. Uitdagingen zijn er zeker, maar de samenwerking in Nationaal Park Van Gogh biedt heel veel kansen voor de toekomst, vinden beide bestuurders.

Wat is zo waardevol aan Van Gogh Nationaal Park, wat maakt jullie zo enthousiast?

Vermue: “Van Gogh is wel in Zundert geboren, maar ik spreek hier als regiovertegenwoordiger. Van Gogh Nationaal Park gaat over partnerschap, over het proces en de ambitie. In alle regio’s willen we natuurwaarden in het landschap terugbrengen. We willen cultuurelementen, we willen de balans tussen recreatie, landbouw en bedrijvigheid op de goede manier vormgeven. Van Gogh staat voor het brede verhaal. Iedereen zit bij Van Gogh om iets te bereiken, daarom is het een inspirerende omgeving. Ook binnen de regiegroep staat iedereen open voor nieuwe wegen. En dat neem je mee naar je eigen organisatie, naar je eigen gemeente.” 

Van de Ven: “Wij zijn de grootste gebiedsgerichte beweging van Brabant. Dat is uniek. Het buitengebied is geen eiland. De ambitie van Oirschot verschilt niet veel van die van Zundert, Boxtel of Loon op Zand. Het is de uitdaging die ons bindt. Als je die ambitie gezamenlijk op gaat pakken kun je meer stappen zetten.”

Gedeelde ambitie en samenwerking dus? Noem eens wat voorbeelden.

Van de Ven: “Verduurzaming van de melkveehouderij bijvoorbeeld kun je wel in Oirschot alleen aanpakken, maar dan kun je nooit zoveel meters maken als via het project Brabants Bodem. Samen ontwikkel je extra instrumenten voor verduurzaming. Juist daarmee kun je versnellen.”

Vermue: “De dorpsraden hier wilden het fietspad langs het beekdal doortrekken. De vraag was hoe je landschapsbeleving kon verbinden aan de landbouwgronden die daaromheen een plek hebben. Dat kon door voorlichting te geven over wat daar plaats vindt. De Van Gogh NP Academie heeft geholpen om dat idee te ontwikkelen en vorm te geven.”

Van de Ven: “Veel gemeenten zijn bezig met natuurvriendelijk, biobased bouwen. Veehouders kunnen gewassen telen die daaraan bijdragen. Binnen Van Gogh Nationaal Park komen deze partijen met elkaar in contact en heb je een schaalniveau waarop het realiseerbaar wordt. 

Hetzelfde geldt voor de groenblauwe dooradering. Je kunt samen met andere gemeenten een systeem ontwikkelen om het coulissenlandschap in ere te herstellen. Dan plant je niet één kilometer, maar misschien wel honderd kilometer groen. Dat zijn dingen waar ik heel erg in geloof. Dat vogeltje en die hermelijn die daar gebruik van maken, die kennen geen gemeentegrenzen.”

Loop je bij zo’n breed aandachtsgebied niet het risico dat je geen focus hebt en dus geen stappen maakt?

Van de Ven: “We hebben vier duidelijke lijnen. Brabants Bodem, voor verduurzaming van de landbouw; de groenblauwe dooradering, waarmee we gemeenten een instrument geven om grondeigenaren te verleiden tot de aanleg van meer groen; verduurzaming van de recreatiesector, vooral om de kwetsbare natuur heen; en Versailles van het Noorden, om boomkwekerijen meer onderdeel te laten zijn van het landschap. De vergroening loopt tot in het hart van de steden en dorpen, ook tot in bedrijventerreinen. Over twee jaar moet iedereen dat kunnen opdreunen.”

Vermue: “Juist door de focus op die vier lijnen willen we de meerwaarde bij iedereen in beeld krijgen. Die vier lijnen geven antwoorden op de grote vragen die er liggen. Daar ligt een enorme kans.”

Er zijn heel veel partners in Van Gogh Nationaal Park, waaronder een groot aantal gemeenten. Hoe is iedereen betrokken?

Van de Ven: “Daar wil ik wel een kritische noot bij plaatsen, en de hand in eigen boezem steken: ik denk dat we daar nog wel een wereld te winnen hebben. Daar moeten we een tandje bij zetten en dat gaan we ook doen. We zijn zelf ook zoekende geweest, maar kunnen intussen goed verwoorden wat de meerwaarde en de focus van Van Gogh Nationaal Park is. Maar ik weet niet of de gemiddelde gemeente met concrete voorbeelden kan komen.” 

Vermue knikt instemmend: “Daar sluit ik me volledig bij aan. Dat is een gezamenlijke missie die we hebben, om met elkaar die verbinding te verstevigen.”

Wat hebben jullie nodig om je rol als regiegroep goed te kunnen vervullen?

Van de Ven, resoluut: “Dan heb ik nog wel een boodschap voor Den Haag: geef ons het vertrouwen om met deze innovatieve aanpak aan de slag te gaan. Stel de hoepel waar we samen doorheen moeten springen niet te strak af. Dat wil zeggen: maak de spelregels om te voldoen aan een Nationaal Park Nieuwe Stijl niet te ingewikkeld. Dat is één. En twee: geef ons ook de ruimte om tot uitvoering te komen. Wij dragen bij aan de beleidsambities van rijk en provincie. Ga als gelijkwaardige partners met elkaar om als je gaat investeren. Maak het niet zo lastig aan de voorkant dat je het niet kunt realiseren. De provincie mag dit trouwens ook lezen.”

Vermue: “Vanuit Van Gogh Nationaal Park willen we op een vernieuwende wijze oplossingen bedenken. Als gemeente maak je soms zelf ook een hoepeltje. Ik hoop dat we vanuit de lokale overheden een spiegel kunnen zijn om in een nieuwe stijl van werken dingen mogelijk te maken.”

Wat is jullie toekomstdroom voor Van Gogh Nationaal Park?

Van de Ven: “Dan maak ik graag de verbinding met Zundert. Dat je, al lopende met je rugzak van Oirschot naar Zundert, omgeven wordt door groen, dat je kunt overnachten bij recreatieondernemers met eerbied voor landschap en natuur, en dat je onderweg veel landerijen tegenkomt die op duurzame wijze ons voedsel produceren.…”

Vermue, lachend: “Nu ligt de lat wel heel hoog om het mooi te zeggen. Ik zou dan graag zien dat je boeren en natuurliefhebbers tegenkomt die gezamenlijk, hand in hand, oplossingen bedenken voor alle opgaven die nog op ons pad komen. Zoals Van Gogh zei: ‘Hoopvol uitkijken naar betere tijden moet niet alleen een gevoel blijven. Het gevoel moet je omzetten in daden.’ Want er zullen er ook weer nieuwe uitdagingen op ons pad liggen.”