Jorrit Dekkers is lid van de stuurgroep van Brabants Bodem. Als directeur Food&Agri Midden-Brabant bij de Rabobank is hij gewend vanuit het financiële perspectief en de cijfers te denken. De 2,5 jaar samenwerking in Brabants Bodem heeft hem extra perspectieven opgeleverd. “Je moet bij vernieuwende ideeën niet meteen kijken of ze financieel haalbaar zijn. Ze moeten ruimte krijgen om zich te ontwikkelen.”

Gedragen projecten

Een van de mooiste dingen van Brabants Bodem is de brede coalitie, vindt Dekkers. “Het is heel goed dat al die partijen met heel verschillende belangen aan tafel zitten. Je hebt al die partijen ook nodig, als je boeren wilt helpen bij het verduurzamen. Wat je eigenlijk ziet is dat je zo tot gedragen projecten komt waar iedereen enthousiast van kan worden. Je bepaalt samen de richting.” 

Even wennen

De eerste tijd bij Brabants Bodem was het wel even wennen. “Er werd veel gepraat, maar het was moeilijk om concreet te worden. Dat was best lastig want ik houd van concreet. Uiteindelijk gaat het erom dat je iets hebt waarvan de boer zegt: ‘Hier kan ik iets mee.’ Dan kun je impact maken.” Hij is blij dat er nu een aantal concrete projecten zijn waar de boeren mee aan de slag kunnen, zoals de Brabantse Biodiversiteitsmonitor.

Ruimte voor nieuwe ideeën

Leren om het financiële perspectief af en toe los te laten was daarbij belangrijk, merkte Dekkers. Want als je er zit vanuit een bank kijk je heel erg vanuit de financiële kant, of het financieel haalbaar is of niet. “Ik heb echt mezelf moeten resetten om vernieuwende ideeën niet meteen af te schieten. Ik heb geleerd: als we erover doorpraten kan het misschien toch wél. Ideeën hebben ruimte nodig om zich te ontwikkelen.” 

Opschalen

Dekkers vroeg zich in eerste instantie bijvoorbeeld af of de Biodiversiteitsmonitor het wel zou gaan redden, maar hij is er nu enthousiast over. Al moet die volgens hem nog wel opgeschaald worden om het rendabel te maken voor een boer. De vergoedingen die er nu liggen zijn een begin. “De vraag is: hoe kom je écht tot een vergoeding voor de diensten die boeren leveren op biodiversiteits- en duurzaamheidsgebied. Hoe krijg je dat uitgebouwd?” 

Hoger boereninkomen

Het uitbouwen van de Brabantse Biodiversiteitsmonitor is iets wat Dekkers met veel belangstelling volgt. Voor hem is er veel bereikt als de projecten van Brabants Bodem tot een hoger inkomen voor de boeren leiden. In dat verband ziet hij ook kansen in een ander project van Brabants Bodem. “Ik ben heel benieuwd naar ons project op het gebied van merkontwikkeling voor het Van Gogh Nationaal Park. Ik vind het een spannend project. Als het lukt kan het veel impact hebben. Een meerprijs voor duurzame boerenproducten is de belangrijkste aanjager voor verduurzaming.”

Investeringen in duurzaamheid

Het inkomen van boeren loopt vaak niet gelijk op met de benodigde investeringen in duurzaamheid, ziet Dekkers, en dat is wel een probleem. “Als je het niet kunt betalen kun je ook niet verduurzamen. Dat is één van de grootste dilemma’s. We zitten in een vrijemarkteconomie. Technisch is het best mogelijk om te verduurzamen. Dat de verdiensten pas later komen kan een probleem zijn. Maar sommige verdiensten landen niet op het boerenerf maar bij de maatschappij. Je krijgt een mooiere natuur, en daar heb je als boer geen inkomsten van. En dat zou wel moeten” 

Veel luisteren

Dekkers is heel benieuwd hoe het verder gaat met Brabants Bodem. “Als het concreter wordt gaan er ook knelpunten ontstaan. Hou je het dan bij elkaar? Kun je dan ook nog wel begrip hebben voor elkaars standpunten? Als dat lukt dan zie ik een hele mooie toekomst. Tot nu toe lukt het en dat moeten we zien vol te houden. Want deze brede coalitie, de werkwijze, daar is veel voor te zeggen.”

Als hij Brabants Bodem iets mag meegeven, dan pleit hij ervoor om af en toe een stapje terug te doen. “Luisteren, veel luisteren. Niet om te reageren maar om elkaar te begrijpen. En jezelf afvragen: ‘Klopt mijn mening? Wat is het belang van de ander, waarom zegt die dat zo?’”

Gezamenlijk doel

Belangrijk is daarbij het gezamenlijk doel in het oog te houden. “Iedereen wil een mooie natuur. Zoek dan niet meteen de beren op de weg.” Als voorbeeld noemt hij de merkontwikkeling. “Daar waren best kritische geluiden over, maar we hebben gezegd: ‘Stel dat het wel lukt, hoe gaaf zou het zijn? We gaan van ons doel uit. Als het lukt zou het heel veel bijdragen. Dus laten we het gewoon proberen.’”

Zijn eigen inbreng ziet Dekkers toch vooral op het gebied van de cijfers en het feit dat hij veel met boeren aan tafel zit. “Ik kan vrij goed inschatten of iets potentie heeft vanuit de financiële kant.” En die inbreng heeft een positieve invloed op het inkomen van een boer, denkt Dekkers.