Elies Lemkes-Straver is de Brabantse gedeputeerde voor Landbouw, Voedsel, Bodem en Brede welvaart en namens de provincie lid van de stuurgroep van Brabants Bodem. Ze hoopt dat de werkwijze van Brabants Bodem binnen én buiten Brabant inspireert door het succes van projecten zoals de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij. “Heel trots, dat dit gestart is in het Van Gogh Nationaal Park.” 

Breed, maar concreet en praktisch

Brabants Bodem raakt aan waar het écht om gaat, vindt Elies Lemkes-Straver. Het project draagt op veel onderdelen bij aan de transitie van de landbouw in Brabant. “Een belangrijk element is duurzaamheid. Dat staat centraal in het project, maar dan wel gekoppeld aan economisch perspectief. De toekomst van boeren wordt gekoppeld aan de toekomst van Brabant, aan natuur en landschap, bodem en water, biodiversiteit en leefomgeving."

"Ten tweede is Brabants Bodem heel praktisch en concreet. Dat zie je in verschillende deelprojecten. Dan is er nog een derde element. Dat is de samenwerking van de verschillende organisaties die we hebben in dit project, zoals overheden, landbouworganisaties, waterschappen, natuurorganisaties, maar ook de Rabobank. De samenwerking van al die verschillende partners als combinatie is nodig voor de transitie. Verder wil ik nog een vierde element noemen: de verbinding met de Brabander, het verkorten van de afstand boer-burger. Het gaat om landbouw, natuur, landschap én bewoners.” 

Duurzaamheid zichtbaar maken

Een opvallend deelproject binnen Brabants Bodem is de Biodiversiteitsmonitor, ziet Lemkes-Straver, vanwege het respect voor het ondernemerschap van de boer. “De Biodiversiteitsmonitor is heel concreet. Je ziet dat die boeren inspireert en motiveert. Hoe maak je transparant dat je bedrijfsvoering duurzaam is? Hoe monitor je dat zelf? Daar gaat het om. Je bepaalt zelf hoe ver je gaat. Het zet een positieve beweging in gang. Inspanningen en investeringen voor verduurzaming worden beter beloond.”  

​Ook een mooi voorbeeld is het deelproject Agroforestry. “Daar zitten ook verdienmodellen in, het is goed voor de boeren, goed voor de biodiversiteit, maar dat is het niet alleen. Het is ook heel aanraakbaar, het maakt duurzaamheid concreet voor de burger. Waar de Biodiversiteitsmonitor vooral op de ondernemer zelf is gericht, is Agroforestry juist heel zichtbaar voor de burger. Het is heel sympathiek.”

Olievlek

Lemkes-Straver hoopt met Brabants Bodem een ontwikkeling tot stand te brengen die leidt tot een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw. “Nu al zijn er meer dan 200 deelnemers aan de Brabantse Biodiversiteitsmonitor voor de melkveehouderij. Bovendien zijn we gestart met een tweede fase die voor heel Brabant beschikbaar is. Ook daar is veel belangstelling voor. Daarnaast wordt er gewerkt aan een biodiversiteitsmonitor voor de akkerbouw, en je wilt dat dit zich ook uitbreidt naar intensieve teelten. Je wilt dat er steeds meer kralen aan de ketting naar verduurzaming komen, je wilt laten zien dat dit mogelijk is. Die 200 deelnemers zijn al meer dan een experiment.  Kritische massa is van belang. Ik kijk er erg naar uit dat de beweging die we maken met Brabants Bodem op allerlei plekken wordt overgenomen, dat die zich uitbreidt als een olievlek.” 

Verdienmodel voor structurele verduurzaming

Waar ze nóg meer naar uitkijkt: dat er echt een beter verdienmodel voor duurzame boeren ontstaat, dat grotendeels vanuit de markt komt, met een pakket opties van carbonfarming tot ecosysteemdiensten. Dit verdienmodel is belangrijk voor structurele verduurzaming. “Appelleer daarbij expliciet aan het ondernemerschap van de bedrijven,” vindt ze. Ondernemers laten ondernemen, daar zit de kracht van de projecten van Brabants Bodem. “Daarbij kunnen bedrijven een steuntje in de rug krijgen, maar zorg dat het geen structurele subsidies worden. Dán ben je echt met transitie bezig.” 

Samenwerking en verbinding

Enkele aandachtspunten voor Brabants Bodem heeft Lemkes-Straver nog wel, vooral op het gebied van samenwerking en verbinding. “Als eerste zou ik willen meegeven: breidt de samenwerking uit naar heel Brabant, zoals we met de Biodiversiteitsmonitor hebben gedaan.” Ze kan het niet genoeg benadrukken: voor de toekomst voor Brabants Bodem is het samenwerkingsverband met veel partners echt belangrijk. “Je kunt denken aan een breder partnerschap, ook met andere bedrijven dan de bedrijven die nu betrokken zijn.” En dat niet alleen: “Betrek meer het onderwijs en jonge ondernemers erbij, en geef in het onderwijs ook meer aandacht aan de verbinding landbouw-natuur.” 

Lemkes-Straver pleit ook voor meer verbinding met de burger, de Brabander. “Het is belangrijk burgers meer te betrekken, te kijken naar de verbinding met de maatschappij. Daar zou nog veel meer accent op moeten komen, bijvoorbeeld door communicatie.” Tenslotte: vergeet ook de contacten met het Rijk niet. De positionering in Den Haag hoort hier ook bij. Dat mag wel sterker omdat het zo’n goed project is, vindt ze. ”Dat mag best nog meer zichtbaar zijn.” 

​Inspiratie uit verbeelding

Wat ze tenslotte nog wil meegeven vanuit het succes van de Landschapstriënnale 2021 in Van Gogh Nationaal Park: “Betrek ook andere disciplines bij Brabants Bodem, zoals de sector Cultuur en Design. Deze sectoren halen inspiratie uit natuur en landschap, maar laten ons ook op een andere manier daarnaar kijken. Brabants Bodem heeft alles in zich om de landbouwtransitie te inspireren. “‘Kom naar Brabant!’ zou ik zeggen. In Brabant kun je het zien en beleven.”