Van Gogh en klimaatadaptatie

Wat zou Vincent van Gogh in deze tijd schilderen? Van Gogh, die op kunstzinnige wijze zijn liefde voor de Brabantse natuur en het landschap en zijn aandacht voor de arme boeren in beelden kon weergeven. Nu in een tijd waarin de welvaart flink is toegenomen, maar tegen een hoge maatschappelijke prijs. De biodiversiteit holt achteruit, klimaatverandering bedreigt de landbouw, natuur en stedelijke gebieden, de identiteit van onze landschappen is vervaagd en corona bedreigt onze economie en gezondheid. De schilderijen van Van Gogh zouden nu mogelijk bestaan uit dorre maisvelden, verdronken aardappels, dode bossen, arbeidsmigranten en eenzame ouderen. 

Maar het is zeker niet allemaal kommer en kwel. In de schilderijen van Van Gogh, met vaak felle kleuren en veel licht, zit ook het aspect van hoop. Hij zet de waarden van het landschap in voor zijn dromen over een betere toekomst. Precies dat is wat de bijna 50 samenwerkende partners ook beogen met het Van Gogh Nationaal Park. Een beweging van dromen naar doen.

bron Van Gogh Brabant 4 kopie.jpg

De sleutel om te werken aan een duurzamer landschap – voor natuur, voor landbouw, voor verstedelijking, voor ondernemers en bewoners – zit voor een groot deel in het watersysteem van beekdalen, flanken en dekzandruggen. Nu de effecten van klimaatverandering zich steeds duidelijker laten zien, met de droge zomers van 2018, 2019 en 2020, wordt de urgentie om te werken aan een klimaatbestendige inrichting en gebruik van het Brabantse land verder vergroot.  Het tegengaan van verdroging is dan ook één van onze belangrijkste uitdagingen voor de komende decennia. 

Ook al draagt klimaatverandering daaraan bij, verdroging is tot nu toe toch vooral een bewuste keuze. Het ruimtelijke ordeningsbeleid van de 20e eeuw richtte zich vooral op een mens- en economisch gestuurde inrichting van het landschap. En daarmee de keuze om water zo snel mogelijk af te voeren ten gunste van landbouw en bebouwde gebieden. Een logisch en direct gevolg van het naoorlogse beleid van toenmalig Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Sicco Mansholt. Onder het motto 'Nooit Meer Honger' ontwikkelde Mansholt een landbouwbeleid dat de productiviteit moest verhogen en tegelijkertijd de welvaart van de boeren moest verbeteren.

Vanaf de jaren ’50 zijn de grondwaterstanden daardoor in Nederland drastisch verlaagd om de voedselproductie te kunnen verhogen. En niet zonder succes: in Nederland hoeft niemand honger te hebben en internationaal gezien zijn we de op één na grootste landbouwexporteur ter wereld. Daar kunnen we trots op zijn. Maar tegelijkertijd is ook de keerzijde van deze medaille al decennia zichtbaar. Er is sprake van een dramatische afname van de biodiversiteit, van grote schade aan de natuur, aan huizen en aan infrastructuur, het raakt onze gezondheid, de kwaliteit van onze leefomgeving en onze economie.

Als samenleving zijn we de fase van vrijblijvendheid voorbij. Er is een trendbreuk in de verdrogingsbestrijding nodig en die trendbreuk is door klimaatverandering extra urgent.

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en in de Brabantse omgevingsvisie 'De kwaliteit van Brabant - Visie op de Brabantse leefomgeving’, is klimaatadaptatie daarom één van de hoofdopgaven. Om Brabant klimaatproof te maken hebben Gedeputeerde Staten op 31 maart 2020 de Visie klimaatadaptatie vastgesteld.

Niet voor niets dus dat de klimaatadaptatie ook een belangrijk en dragend thema is in de strategie en de koers van het Van Gogh NP zoals verwoord en verbeeld in het Masterplan Van Gogh NP.

Klimaatadaptatie is overigens niet alleen een watervraagstuk. Een klimaatbestendig en robuust watersysteem vraagt vooral om herstel van voldoende ruimte voor water in het landschap. Dat gaan samenwerkende partners niet realiseren via afzonderlijke projecten. Het water houdt zich niet aan perceels- en projectgrenzen. Een klimaatbestendige inrichting van Brabant wordt alleen bereikt door een grootschaliger aanpak, met de verbinding tussen de grote opgaven van deze tijd: energietransitie, herstel biodiversiteit, verduurzaming van de landbouw en de economie, de woningbouwopgave, de volksgezondheid en de leefomgevingskwaliteit. 

Juist het schaalniveau van het Van Gogh Nationaal Park, ongeveer een kwart van Brabant, biedt hiervoor goede kansen.

De doelen voor een klimaatbestendig landschap vormen hiervoor de onderlegger. De focus richt zich daarbij op herstel van robuust watersysteem die leidend is voor (de keuzes in) de landinrichting en landgebruik. Als deze balans op orde is liften de overige doelen hierin enorm mee. 

De brede samenwerking tussen de 50 partners in het Van Gogh Nationaal Park is hiervoor een uitstekende basis, om samen verder koersen uit te zetten en afspraken te maken hoé we hieraan gaan werken.

Erik de Ridder, watergraaf van Waterschap De Dommel, hierover: “Van Gogh leert ons dat in de kennis van de logica en de ontstaansgeschiedenis van het landschap sleutels zitten voor een duurzaam toekomstperspectief. Het water en de bodem hebben een enorme invloed gehad op die ontstaansgeschiedenis – en zullen ook sturend zijn voor de toekomstige aanpak. 

Vincent van Gogh zei ooit: “Grote dingen gebeuren niet alleen door een impuls, maar als een opeenvolging van kleine dingen die met elkaar verbonden zijn.” 

Dit is perfect van toepassing op het Van Gogh Nationaal Park. In de verbinding tussen stad en land, in de verbinding tussen water, natuur en landschap, in de verbinding tussen initiatieven en organisaties, daarin ligt de kracht. Willen we met succes werken aan klimaatadaptatie dan vraagt dat van ons dat we die verbindingen zien als we onze opgaven aanpakken. Onze omgeving laat ons vervolgens zien hoe we onze opgaven het best aanpakken. Als we dat doen, worden grote dingen mogelijk.”

De water- en bodemvraagstukken pakken we als gezamenlijke partners in Brabant op vanuit een samenwerking gericht op veilig, voldoende en schoon water en een vitale bodem. Uitgangspunt is een klimaatbestendig en robuust water- en bodemsysteem, waarbij we water, bodem en landschap ook echt als één samenhangend systeem benaderen en wat moet voldoen aan de volgende principes:

​Principe 1

Er wordt aan het oppervlaktewater, ondiepe en diepe grondwater niet meer onttrokken dan er ook is aangevuld. Omdat er op dit moment dalende trends zijn, betekent dat dat er meer moet worden aangevuld dan onttrokken, tot de gewenste klimaatbestendige grondwaterstand is bereikt.

Principe 2

Het (regen)water in hoger gelegen gebieden wordt niet afgevoerd, maar wordt vastgehouden in de bodem en infiltreert naar het grondwater. Elke druppel telt!

Principe 3

Lager gelegen terreinen en gebieden zijn structureel natter en hebben hogere peilen of grondwaterstanden dan hoger gelegen gedeelten. Ontwatering zorgt immers voor de afvoer van water van hoger gelegen gebieden en is daarom niet wenselijk.

Principe 4

Als er extreme weersituaties zijn (piekbuien, droogte) ontstaat minder, minder snel of minder ernstige overlast of schade, omdat het systeem “ruimte” biedt om de pieken op te vangen. Dit kan gaan om ruimte in oppervlakte, ruimte in de bodem en ruimte in de tijd.

Principe 5

Waterkwaliteit is overal op orde, om geschikt te zijn voor de functies die water nodig hebben.

Alle principes hebben gevolgen voor de inrichting en de gebruiksfuncties van stad tot (omme)land. We maken daarmee de omslag van het zo snel mogelijk afvoeren naar het zoveel mogelijk vasthouden van water. Van afvoeren naar koesteren!

Omdat bovenstaande principes bijdragen aan de kwaliteit van natuur, water, landschap en de omgeving zijn ze ook bruikbaar en waardevol voor de manier van werken die de partners in het Van Gogh NP met elkaar nastreven middels het Kompas.

Het is een concrete invulling van gemeenschappelijke waarden die we als uitgangspunt gebruiken bij iedere ontwikkeling in het Van Gogh NP. En daar hoort ook bij dat er in deze nieuwe balans in het Van Gogh NP door agrariërs een goede boterham verdiend kan worden!

We beginnen daarbij niet bij nul. We zien dat er in het Van Gogh NP al door vele partners gebiedsgericht wordt samengewerkt aan een klimaatbestendig landschap, zoals in de Gebiedsgerichte Aanpak Groen/Blauw, bij het realiseren van klimaatrobuuste beekdalen, in het Groene Woud waar dankzij klimaatvouchers 14 kwalitatief goede projectplannen zijn gemaakt die concreet en uitvoeringsgereed zijn, in vele gebiedsontwikkelingen en in het project Brabants Bodem.

​Kortom we zijn al onderweg, maar hebben in verbinding tussen projecten en opgaven en met name in de aanpak op de juiste schaalniveaus nog een ontwikkelslag te maken. Dat dit niet eenvoudig is, is duidelijk. Het nationale programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’ is als ‘inspiratiebron en hulplijn’ hiervoor opgezet. Ook binnen het Van Gogh NP wordt al volop geëxperimenteerd. 

​De ‘Watermachine’-aanpak in Mozaïek Dommelvallei en het Markdal bij Breda bijvoorbeeld, waar streekpartijen zelf in the lead zijn om de waarden voor landschap, landbouw, natuur en recreatie bottom-up te realiseren met het watersysteem als basis. Ook in het Tilburgse Landschapspark Pauwels ontstaat door de nauwe samenwerking – of beter: co-creatie – tussen publieke en private partijen een fantastisch perspectief om de stad als waterbron in te zetten voor de droogteproblemen van het landelijk gebied, waar met landschapseigen gebiedskenmerken en met de boeren in de streek wordt gewerkt aan een klimaatadaptatie. Of in het systeem van het Aa-dal, waar geëxperimenteerd wordt met een waterhouderij en samen met bewoners en boeren aan de realisatie van een robuust beekdal wordt gewerkt. We zien waterpleinen ontstaan, stimulering van groene schoolpleinen, samenwerking met de boomteeltsector bij Zundert en Helvoirt om waterrobuuster te worden, etc. 

Als partners binnen het Van Gogh NP willen we die samenwerking ondersteunen, stimuleren en versterken op het schaalniveau dat past bij de betreffende opgaven.