Pioniers Marion de Cocq en Lois van Doorn

Ze zijn de pioniers van het Van Gogh Nationaal Park: gewone Brabanders die het leven een beetje mooier willen maken. Met nieuwe projecten jagen zij hun dromen na voor een groenere omgeving of duurzamere manier van leven en werken. Een kwestie van doen.

Wie: Marion de Cocq

Geboren: Eindhoven

Woonplaats: Boxtel

Beroep: Projectleider kind en natuur IVN Brabant

Mooiste plek Van Gogh Nationaal Park: ‘Het Bewaarde Land, locatie Udenhout, in de Loonse en Drunense Duinen. Daar vlakbij is een hoog punt met uitzicht over de natuur. Magisch.’

Wie: Lois van Doorn

Geboren: Nijmegen  

Woonplaats: Vlijmen

Beroep: leraar basisonderwijs

Mooiste plek Van Gogh Nationaal Park: ‘Het Geerpark in Vlijmen, daar is zoveel te zien en te ontdekken’

'Ieder kind verdient zijn eigen klimboom'

Marion en Lois

Waarom binnen lesgeven als het ook buiten kan? In de natuur zijn kinderen leergierig, pikken ze dingen sneller op en blijft het langer hangen. Marion de Cocq van IVN en leerkracht Lois van Doorn zijn overtuigd van de kracht van buitenonderwijs. ‘Juist nu kinderen veel binnen zitten.’

Waarom moeten klassen naar buiten, kinderen kunnen de natuur toch ook in hun vrije tijd ontdekken?

Marion: ‘Daar knelt het nou juist. Kinderen hebben steeds minder vrije tijd. Ze gaan naar school, vervolgens naar de buitenschoolse opvang en daarna kiezen ze voor hun spelcomputer of telefoon. Vroeger speelden kinderen na school buiten. Op straat, in het park of in een bos in de buurt. De binding met de natuur verdwijnt en daar ligt een taak voor het onderwijs.’

Lois: ‘Ik sluit me daarbij aan, maar het vraagt van ons leerkrachten veel voorbereiding, want er is geen leermethode voor buitenonderwijs. Dat moet je zelf bedenken of via tips van collega’s. Zoiets kost tijd, die er soms niet is. Binnen heb je, zekere als jonge leerkracht, meer houvast. Daar werk je met een bestaande methode.’

Maar taal en rekenen kun je toch ook prima in de klas leren?

Marion: ‘Natuurlijk. En dat is voor de basis ook heel belangrijk. Maar door er buitenonderwijs aan toe te voegen, blijft het beter hangen. Buiten zijn kinderen vaak gemotiveerder en nieuwsgieriger. Bovendien is het gezonder dan in een klaslokaal.’

Lois: ‘Bij een schrijfles aan de picknicktafel is er veel meer aandacht. In de buitenlucht hebben de kinderen er vanzelf al plezier in.’

Met zijn allen naar buiten dan, waar wachten we op?

Marion: ‘Dat zou mooi zijn. Maar laten we stap voor stap gaan. Uiteindelijk willen we dat ieder kind op de basisschool 25 procent van de lestijd buiten onderwijs krijgt. Samen met Van Gogh Nationaal Park begeleiden we leerkrachten bij de buitenlessen, laten we hen er ervaring mee opdoen. Op die manier hopen we ambassadeurs te werven die hun kennis weer delen met anderen.’

Lois: ‘Wij geven nu een keer per twee weken buiten les. Dat is al mooi. Je leert de pluspunten kennen, maar ook de obstakels. Zo heb ik eens een buitenles gedaan met meetlinten, alleen konden veel kinderen dat binnen niet vertalen naar papier. Nu maak ik buiten meteen de koppeling tussen de praktijk en het papier. Maar denk bijvoorbeeld ook aan de praktische kant zoals het vervoer naar de natuur en slecht weer.’

Waren jullie zelf buitenkinderen?

Marion: ‘Zeker! Na school was ik buiten te vinden. En als ik rust wilde klom ik in een boom. Dat is een heerlijke plek om je even terug te trekken. Ik gun ieder kind zijn eigen klimboom. Ben er ook van overtuigd dat alle kinderen in de basis graag buiten zijn. Er is geen peutertje dat het niet leuk vindt om door het gras te rollen of met modder te spelen. Maar dat raken ze later kwijt omdat re steeds minder tijd en ruimte voor is in een kinderleven.’

Lois: ‘Ik zat zelf op een Jenaplanschool waar we heel veel naar buiten gingen, heerlijk spelen en klauteren. Daar heb ik zulke mooie herinneringen aan. Die fijne ervaring wil ik als leerkracht graag doorgeven.’

Hoe profiteert de natuur zelf van buitenonderwijs?

Marion: ‘Als kinderen weer kennismaken met bomen, planten, bloemen en dieren, leren ze dat die belangrijk zijn voor hun eigen toekomst. Denk alleen al aan ons voedsel. Zonder insekten zou er geen eten zijn. Als je dat in het onderwijs integreert bereik je meteen álle kinderen.’

Lois: ‘Kinderen zijn van nature heel onderzoekend. Als ze buiten een sprinkhaan zien, zijn ze er meteen een kwartier mee bezig. Dat is anders dan wanneer je iets uit een boek leert. In het echt schept dat een heel andere band. Het motiveert mij enorm als ik zie hoe enthousiast en nieuwsgierig de kinderen buiten zijn. Ik hoop dan ook dat het buitenonderwijs zich verder zal ontwikkelen.’

Marion: ‘Ik heb daar veel vertrouwen in. De tijd is er rijp voor.’