Naar overzicht alle deelprojecten >>

Welke urgenties en kansen zijn er voor de melkveehouderij in het Van Gogh Nationaal Park? Dat vraagstuk kwam aan de orde in de gebiedsanalyse Brabants Bodem. We zoeken we naar kansen met positieve effecten voor de bodem, die ook een goed verdienmodel opleveren voor de boer. We leggen het accent bij de koppelkansen die voor het hele peloton, dus álle melkveehouders, kansrijk zijn. De gebiedsanalyse is in 2020 afgerond.

Resultaat

Centraal in deze analyse staat de constatering dat de grond in Brabant eigenlijk te duur is voor het gebruik als grasland. Als we grasland en daarmee de melkveehouderij belangrijk vinden voor de kwaliteit van het Van Gogh Nationaal Park ligt de oplossing in het overbruggen van het waardeverschil.

Bekijk de video

Kansen

  • Betaalbare grond; maak gebruik van bestaande regelingen (bij Provincie, gemeenten, terreinbeheerder) die grond betaalbaarder maken;

  • Stapeling van verdienmogelijkheden; er zijn veel verschillende verdienmodellen die samen een behoorlijke plus kunnen vormen voor de bedrijfsvoering van de melkveehouder;

  • Geen generieke regelingen, maar maatwerk: wat zijn de kansen per bedrijf per verdienmodel? 

  • Samenwerken op de middenschaal: de schaal waarop agrariërs elkaar kennen, gebiedskenmerken overeen komen en waar meerdere verdienmodellen samenkomen is het beste niveau om samen te werken. 

  • Melkveehouderij integraal onderdeel marketing: de melkveehouderij is een essentiële schakel in het landschap en moet als zodanig opgenomen worden in de ‘vermarkting’ van het Van Gogh Nationaal Park. 

Urgenties

Twee thema’s zijn als zeer urgent voor Brabants Bodem uit de analyse naar voren gekomen:

  • Maak een concrete vertaling van de geïnventariseerde meekoppelkansen, zodanig dat er voor de melkveehouders een vertaalslag is van abstracte kansen naar werkbare verdienmodellen met bijbehoren plaatje van kosten en baten.
  • Werk verdienmodellen uit met verschillende groepen representatieve melkveehouders op middenschaal niveau.

Contactpersoon: Martin Bouwman 

Download hier het volledige rapport